Nele Lijnen: “Aantal rechtszaken over verkrachting tussen partners fors gestegen op vijf jaar tijd, meer dan een op twee geseponeerd”

Het aantal rechtszaken over verkrachting binnen het koppel is op vijf jaar enorm toegenomen. Dat blijkt uit cijfers die kamerlid Nele Lijnen opvroeg bij de minister van Justitie. In een dossier op vijf beslist het parket om te vervolgen. 56% wordt echter geseponeerd; acht keer op tien omdat er onvoldoende bewijs is. “Het is positief dat meer en meer daders voor de rechter komen, maar het aantal seponeringen is enorm hoog,” aldus Lijnen.

Het aantal dossiers dat instroomt bij de correctionele parketten, stijgt jaar na jaar:
2013: 269 dossiers – 2014: 324 – 2015: 355 – 2016: 381 – 2017: 419
Totaal voor 2013-2017: 1748 dossiers inzake verkrachting binnen het koppel. De databanken laten voorlopig niet toe om het geslacht van het slachtoffer te achterhalen.

Van alle dossiers werd 7% (118) ter beschikking overgezonden aan een andere instantie. In 29 dossiers werd een bemiddeling in strafzaken voorgesteld, 1x werd een minnelijke schikking voorgesteld. Tot slot werd in 21 % (365x) van de zaken vervolging ingesteld (onderzoek, raadkamer, dagvaarding en verder). Voor 12% loopt nog steeds een gerechtelijk onderzoek. Voor 11,73 % van de zaken (205 dossiers) loopt nog steeds een gerechtelijk opsporingsonderzoek.

56% (978 x) van alle zaken werd echter geseponeerd. 90% (883x) omwille van technische redenen, meestal omdat er onvoldoende bewijs was. “Vorig jaar werd verder in 8% van de rechtszaken geoordeeld dat er geen misdrijf had plaatsgevonden. Dat is onbegrijpelijk,” vindt Lijnen. 10% van alle dossiers werd geseponeerd om ‘opportuniteitsredenen’. Lijnen: “Het kan daarbij gaan om voor mij onaanvaardbare redenen zoals ‘misdrijf van relationele aard’ en ‘toestand geregulariseerd’. Het is jammer dat de minister geen verdere onderverdeling hierbij geeft”.

De politie kreeg van 2013 tot 2016 jaarlijks zo’n 70 aangiftes van verkrachting binnen het koppel. Lijnen: “Voor het eerste semester van 2017 stond de teller al op 40. Het valt dus te verwachten dat het uiteindelijke aantal voor 2017 eveneens op een stijging zal wijzen”. Bij die cijfers gaat het telkens om het jaar waarin de feiten plaatsvonden, niet het registratiejaar. Volgens de minister gaat het maar om het topje van de ijsberg, want slechts 7.2% van seksuele misdrijven zou worden aangegeven.