Skip to main content
  • Slide Mobile 2019 2b
  • Slide Mobile 2019 3b
  • Slide Mobile 2019 4b
  • Slide Mobile 2019 5b
  • Slide Mobile 2019 6b
  • Slide Mobile 2019 7b
  • Slide Mobile 2019 8b
  • Slide Mobile 2019 9c

ICT-beveiliging bij federale overheidsdiensten kan beter

Senator Nele Lijnen deelt de bezorgdheid van staatssecretaris Hendrik Bogaert over de veiligheid van de informatica bij de federale overheidsdiensten. Ze vroeg cijfers op bij alle federale overheidsdiensten over cyberaanvallen tegen hun diensten. Daaruit blijkt dat er zeer grote verschillen zijn tussen de FOD’s inzake het monitoren van deze problemen. Sommige FOD’s hebben nauwelijks weet van cyberaanvallen, mede omdat ze onvoldoende in staat zijn om dit te monitoren. Lijnen: “Cybercriminelen gaan inventief en gericht te werk, en kunnen vanachter hun pc veel schade aanrichten. We mogen niet vergeten dat het hier gaat over computers die officiële en vertrouwelijke documenten van onze overheid bevatten. Een gerichte aanval of een agressief virus kan veel pc’s besmetten of zelfs documenten naar buiten lekken. Zo kunnen deze cyberaanvallen bijvoorbeeld een aandeel hebben in de groeiende identiteitsfraude, doordat persoonlijke gegevens worden gelekt”.

Uit de verkregen cijfers blijkt duidelijk dat er nog veel ruimte voor verbetering is. Lijnen: “Sommige overheidsdiensten hebben nauwelijks of geen weet van cyberaanvallen, virussen of andere veiligheidsproblemen met ICT. Bij andere is er maandelijks sprake van duizenden inbreuken.”  Zo kreeg de FOD Financiën vorig jaar tot november te maken met 6488 virussen die alleen binnenkwamen via e-mail. In 2012 spoorde men bijna twee miljoen virussen (1902798) bij de FOD Financiën. Ook was er sprake van 15 besmette computers die zelf  besmette gegevens verspreidden binnen en buiten het netwerk. Deze cijfers contrasteren sterk met andere overheidsdiensten, waar men een of twee bedreigingen moest behandelen.  Een overheidsdienst had het zelfs over een enkel geval  in de laatste tien jaar. Het kan niet de bedoeling zijn dat overheidsdiensten virussen naar de buitenwereld verzenden, of dat de diensten het slachtoffer worden van computercriminelen.

Uit de cijfers blijkt alvast dat bepaalde overheidsdiensten een probleem hebben met het monitoren van virussen en andere ICT-aanvallen. Met betrekking tot aanvallen door hackers stelde bijvoorbeeld de FOD Mobiliteit en Vervoer: “Voor dit type aanvallen hebben we geen gegevens omdat we hiervoor geen monitoring hebben”. Lijnen: “Meten is weten, dus monitoring is essentieel.  Wie een probleem niet detecteert, kan er zich ook niet van bewust zijn welke schade ze mogelijk kan aanrichten.” Een van de dingen die al enkele overheidsdiensten goed doen, is het aanstellen van een security officer. Hij of zij is gespecialiseerd in de beveiliging van ICT en werkt nauw samen met de ICT-dienst. Zo een security officer is alvast een eerste stap naar overheidsdiensten die ook in de 21e eeuw veilig hun taken kunnen uitvoeren.