Burgers Oost-Congo zijn oorlogsgoederen
GOMA - Gewapende mannen hebben in de nacht van zaterdag op zondag een vluchtelingenkamp in de buurt van de Oost-Congolese stad Goma aangevallen. Doden waren er niet te betreuren, maar volgens het VN-Vluchtelingencommissariaat hebben de overvallers er duchtig op los geplunderd en verkracht.
Het bleef gisteren gissen naar de identiteit van de aanvallers. In de regio is er keuze te over, want het wemelt er van bewapende groepen.
Intussen hebben de rebellen van M-23, die gesteund worden door Rwanda en Uganda, de stad Goma verlaten. Ze dreigen de stad weer in te nemen als de regering vandaag geen onderhandelingen start.
Net omwille van die steun uit de buurlanden vraagt senator Nele Lijnen (Open VLD) in een resolutie de regering de hulp aan Uganda en Rwanda op te schorten: "Tenzij deze landen passend en krachtig reageren om het geweld in Oost-Congo een halt toe te roepen". Lijnen vraagt ook de hulp aan de getroffen bevolking in Oost-Congo op te voeren. En dat is nodig, want de burgers van de Oost-Congolese provincies blijven een hoge tol voor de voortdurende oorlog betalen. In de provincies Noord- en Zuid-Kivu zijn sinds begin dit jaar 767.000 mensen op de vlucht geslagen, waardoor het aantal vluchtelingen in eigen land gestegen is tot 2,2 miljoen. Hierbij komen nog eens 60.000 mensen, die de wijk hebben genomen naar de buurlanden Uganda en Rwanda.
Uit een rapport van de hulporganisatie Oxfam blijkt dat de gewone Congolezen in dit oorlogsgebied meer en meer als oorlogsgoederen misbruikt worden.
Illegale taksen
Zowel het Congolese regeringsleger als de talloze milities heffen allerlei illegale taksen en plunderen de huizen en velden van de inwoners.
Zo moeten de boeren in Masisi (Noord-Kivu) 1.000 Congolese francs (ongeveer 70 eurocent) taks betalen aan de Mai Mai-militie Nyatura om toegang te krijgen tot hun velden.
Zeventig eurocent is goed voor twee tot drie kilo bonen - een klein fortuin voor de straatarme boeren.
Vooral de armsten onder deze armen - de weduwen en de vluchtelingen - zijn het zwaarst getroffen door deze eeuwige cirkel van oorlog en geweld.
Vrouwen en kinderen in de getroffen gebieden lopen groot gevaar op seksueel misbruik (verkrachtingen), terwijl de mannen en jonge kerels bijzonder kwetsbaar zijn, omdat ze potentiële tegenstanders van de gewapende milities zijn. Ze lopen het risico gedood te worden of gedwongen ingelijfd te worden in de militie.
De mannen worden ook vaak op totaal willekeurige manier gearresteerd om in ruil voor een hoog losgeld weer vrijgelaten te worden.
Of zoals een man uit Lubero in het Oxfam-rapport zegt: "Als je geld wil verdienen, zijn arbitraire arrestaties de beste manier."
(3/12/12) - HBVL © 2012 Concentra