Skip to main content
  • Slide Mobile 2019 2b
  • Slide Mobile 2019 3b
  • Slide Mobile 2019 4b
  • Slide Mobile 2019 5b
  • Slide Mobile 2019 6b
  • Slide Mobile 2019 7b
  • Slide Mobile 2019 8b
  • Slide Mobile 2019 9c

Nele Lijnen stelt de allereerste vraag van de nieuwe legislatuur

Nele Lijnen stelde op donderdag 23 oktober 2014 de allereerste vraag van de nieuwe legislatuur in de plenaire vergadering. Deze behandelde het sociaal overleg m.b.t. de maatregelen de nieuwe federale regering, en de wilde stakingen die naar aanleiding daarvan zijn ontstaan. U kan de vraag van Nele Lijnen aan minister Peeters hier herbekijken. Klik op Video(Arch.Pln) en vervolgens op de video van 23-10-2014. Het fragment begint op minuut 24. Bij 'Lees meer' vindt u de volledige vraag en antwoord.

Nele Lijnen: Mijnheer de minister, vorige week heeft dit Parlement het vertrouwen gegeven aan de regering. Het is een regering die belangrijke hervormingen zal doorvoeren, hervormingen die staan voor meer groei en sociale welvaart. Ik begrijp dat de bevolking bang is en dat er spanningen zijn. Het is echter onze taak en die van de regering om die angsten weg te nemen. Daarvoor dient ook het sociaal overleg. Sociaal overleg betekent dat de regering de principes en de krijtlijnen uittekent en dat de invulling ervan dan het voorwerp van sociaal overleg wordt, waarbij de sociale partners rond de tafel gaan zitten en praten over de toekomst. De regering is geen dictator. Ze luistert naar het middenveld. U hebt dat gedaan, er is geluisterd en er zijn reeds maatregelen genomen, bijvoorbeeld de maatregelen inzake het gewaarborgd loon en het brugpensioen.

Onze partij en deze regering staan voor het sociaal overleg. Wij steken de hand uit maar wij mogen ook niet blind zijn. Wat wij deze week hebben meegemaakt is onaanvaardbaar. Er waren aanvallen, baldadigheden, vandalisme en wilde stakingen. Gelden in dit land de wetten van de Wetstraat of de wetten van de straat?

Mijnheer de minister, ik heb een aantal vragen voor u. Wanneer is er overleg gepland met de sociale partners? Wanneer komt de Groep van 10 samen? Zijn er eventueel al bilaterale contacten geweest met bepaalde sociale partners?

Zijn de stakingsdagen nog afwendbaar? Wij weten allemaal dat staken een recht is, dat is evident. Staken kost echter ook enorm veel geld. De Nationale Bank heeft berekend dat één stakingsdag maar liefst 200 miljoen euro kost. Beste collega’s, 200 miljoen euro is een behoorlijk deel van de competitiviteitinjectie die deze regering net voor ogen had.

Mijnheer de minister, wat is uw kalender? Wat zal het overleg opleveren?

(...)

Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collega’s, mevrouw Lijnen, ik ben heel blij dat u het belang van het sociaal overleg heel nadrukkelijk onderstreept.

Vorige week hebben wij tijdens het debat over de regeringsverklaring ook duidelijk gemaakt dat de huidige Vlaamse regering … Ik bedoel uiteraard de federale regering. Je m’excuse, maar ook voor de Vlaamse regering is dit het geval. Maak u dus geen zorgen. Wij hebben dus duidelijk gemaakt dat deze federale regering het sociaal overleg onverkort heel erg belangrijk vindt. Wij zijn er immers van overtuigd dat sociaal-economische hervormingen in dit land maar kunnen, wanneer ter zake maximaal op het overleg en op de sociale dialoog wordt ingezet.

Sterker nog, wij hebben een nieuw vehikel ingeschreven, het tripartiete overleg, omdat wij menen dat dit sneller tot resultaat kan leiden.

De vraag is hoe het nu staat met het overleg tussen de sociale partners?

Ten eerste hebben enkele collega’s al specifiek over hun domeinen overleg gevoerd met de sociale partners. Ook de eerste minister heeft al informeel contact opgenomen met de sociale partners, en ikzelf heb dat ook gedaan. Wij zullen dit informeel overleg voortzetten en dan op een bepaald moment de Groep van 10 officieel uitnodigen om afspraken te maken over de kalender.

Ten tweede wil ik benadrukken, en dat is misschien onvoldoende bekend, dat sociale conflicten en stakingen door de regelgeving en door de verschillende paritaire comités reeds zeer goed worden aangepakt, met verzoeningsbureaus, een sociale bemiddelaar, enzovoort. In het regeerakkoord staat ook te lezen dat wij de rol van de sociale bemiddelaar verder willen uitbreiden tot de overheidsbedrijven NMBS en bpost.

Ten derde en ten slotte, mijnheer Dedecker, is het voor mij zeer belangrijk duidelijk te stellen dat syndicale acties waarbij moedwillige vernielingen worden aangebracht niet aanvaardbaar zijn en afbreuk doen aan het democratische recht om te staken en te betogen. Dit moet afgekeurd worden, dit kan niet. Ik ben heel blij dat die afkeuring niet alleen hier, maar ook door de verschillende syndicale organisaties geuit is. Zij hebben zich, de ene al wat sneller dan de andere, gedistantieerd van werknemers die bij acties vernielingen aanbrengen. Ik hoop dat kamerbreed het signaal zal worden gegeven dat men kan en moet betogen wanneer men dat terecht vindt, daar is geen speld tussen te krijgen, dit recht moet onverkort overeind blijven. Maar vernielingen aanbrengen kan niet, dat moeten wij elke keer afkeuren.

Nogmaals, ik vind het zeer positief dat ook de verantwoordelijken van de vakbonden duidelijk hebben gesteld dat vernielingen aanbrengen moet worden afgekeurd.

Nele Lijnen: Mijnheer de minister, een oproep tot sociaal overleg, maar ook voor het primaat van de politiek. Als de sociale partners er niet uit komen, als ze de regeringsagenda willen gijzelen, als ze de uitgestoken hand wegslaan of beantwoorden met de vuist, dan moet de politiek beslissen. Ook dat vindt onze partij belangrijk.

Bron: www.dekamer.be